Inentingen / Oormijt

glitteryourway5572a5bdbz4.gif

 

Inentingen bij fretten

Het (op een veilige manier) enten van fretten
Nog steeds blijken er fretten met verkeerde entstoffen geënt te worden. Dit brengt helaas onnodige risico's met zich mee. Om nogmaals duidelijkheid te verschaffen over welke entingen veilig gegeven kunnen worden en over het al of niet enten tegen de Ziekte van Weil heb ik het volgende voor u samengevat.
Fretten zijn zeer gevoelig voor het Hondenziektevirus. Zelfs veel gevoeliger dan de hond zelf. Eenmaal geïnfecteerd zal een fretje altijd sterven. Gelukkig kunnen we het fretje wel beschermen voor deze infectie door hem te laten enten.

hondeziekte inentingen

Het is zeer belangrijk dat de juiste entstof wordt gebruikt voor de Hondeziekteienting. Hondenziekte entstoffen op basis van honden-cellijnen (alle Vanguard entstoffen, Duramune 7 en Duramune Puppyshot) zijn gevaarlijk voor de fret. Deze entstof is (voor de fret) onvoldoende afgezwakt waardoor een enkele keer een fretje juist Hondenziekte krijgt. Meestal in een wat mildere uitingsvorm en soms pas een maand later waardoor niet altijd de relatie met Hondenziekte wordt gelegd. Entstoffen op basis van kippen-embryocelcultures (Nobivac Puppy DP, Nobivac DA2PI, Eurican DA2P) zijn wel veilig en geven een goede immuniteit.
Om het immuunsysteem van het fretje niet teveel te belasten met entstoffen voor ziektes waar het fretje niet gevoelig voor is, kan het beste Nobivac Puppy DP gebruikt worden. Gelukkig heeft vrijwel elke dierenarts deze entstof op voorraad omdat het veel gebruikt wordt bij honden-pups.

De Ziekte van Weil

De Ziekte van Weil zou een keer op de universiteit zijn geconstateerd bij een fretje. Daardoor is lange tijd het advies gegeven om ook hiervoor te enten. Uit nader onderzoek is echter gebleken dat dit niet klopte. De fret is vrijwel niet gevoelig voor deze ziekte. Het is dan ook niet meer nodig om hiertegen te enten. Maar de enting doet ook geen kwaad aan het fretje dus mocht uw dierenarts hier toch voor willen enten dan is dat geen probleem.

Het ent-schema

  • Pups vanaf 9 weken: Enting Hondenziekte (Nobivac Puppy DP)
  • Daarna op 14 weken: Enting Hondenziekte (Nobivac Puppy DP)
  • Daarna jaarlijks: Enting Hondenziekte (Nobivac Puppy DP)

     

Fretten ouder dan 3 maanden leeftijd die nooit eerder zijn geënt kunnen het beste 2x met een tussentijd van ongeveer 3 weken worden gevaccineerd en daarna ook jaarlijks. Als een fretje is gevonden en het dus niet zeker is of het diertje wel of niet is geënt kan men er maar beter vanuit gaan dat het diertje niet is geënt. Teveel enten (mits de juiste entstof wordt gebruikt) is namelijk minder schadelijk dan niet enten.

Tijdens de enting dient de fret ook geheel nagekeken te worden zodat eventuele gebreken die u als eigenaar bijvoorbeeld nog niet waren opgevallen, in een vroeg stadium behandeld kunnen worden.
Dit is zeker voor fretten die ouder zijn dan 3 jaar minstens zo belangrijk als de enting zelf!!!
De Stichting "de fret" stelt de enting verplicht bij deelname aan de frettendag.

Het buitenland

Een enting tegen Hondsdolheid (Rabiës) is alleen nodig als het fretje mee naar het buitenland gaat. De inenting moet dan 30 dagen vantevoren gegeven worden. In Nederland zijn alleen geïnactiveerde entstoffen verkrijgbaar en die zijn veilig voor de fret.

 

Inentingen.

Het correct inenten van een fret is uiterst belangrijk voor een optimale bescherming van je lieve huisgenoot. Een fret is namelijk zeer gevoelig aan bepaalde bacteriën en virussen. Tegen sommige virussen is al een oplossing gevonden en kunnen we deze al uitschakelen door onze fret in te enten.

Het enten moet wel correct gebeuren, en dan hebben we het vooral over de entstof van de Hondenziekte, want niet correct inenten brengt onnodige risico's met zich mee. Fretten zijn namelijk zeer gevoelig voor de Hondenziekte, zelfs veel gevoeliger dan de hond zelf en eenmaal geïnfecteerd zal een fretje altijd sterven. Daarom zijn Hondenziekte entstoffen op basis van hondencellijnen (alle Vanguard entstoffen, Duramune 7, Duramune Puppyshot en Enduracell 7) gevaarlijk voor de fret. Deze entstof is voor het fret onvoldoende afgezwakt waardoor een enkele keer een fret juist Hondenziekte krijgt. Entstoffen op basis van kippen-embryocelcultures (Nobivac DP, Nobivac DA2PI, Nobivac DH, Trivirorax CHP en Eurican DA2P) zijn wel veilig en geven een goede immuniteit. Deze entstoffen kunnen ook aangevuld worden met Istolept, dit zorgt voor bescherming tegen Leptospirose of dit nog nodig is of niet laat ik in het midden daar hier verschillende meningen over zijn.

Het beste kan nog Nobivac Puppy DP gebruikt worden om het immuunsysteem van het fret niet teveel te belasten voor ziektes waar het fret niet gevoelig voor is. Dit is een veelgebruikte entstof bij de dierenartsen voor hondenpups dus vrijwel elke dierenarts zal deze entstof op voorraad hebben.

Het is niet langer nodig om je fret in te enten tegen de ziekte van Weil want uit nader onderzoek is gebleken dat een fret vrijwel niet gevoelig is voor deze ziekte. Mocht uw dierenarts uw fret hiervoor toch willen inenten kan dit geen kwaad.

Een enting tegen Hondsdolheid (Rabiës) is alleen nodig als men met het fret naar het buitenland gaat of als men boven de Samber of Maas reist. De inenting moet dan 30 dagen van tevoren gegeven worden.


Het ent-schema Pups

Fretjes mogen vanaf 9 weken voor de eerste keer ingeënt worden, dan is het fretje ook capabel om antistoffen aan te maken. De booster (2de inenting) moet ten vroegste 3 weken na de 1ste inenting gegeven worden en ten laatste 5 weken erna. Daarna de booster elk jaar herhalen zodat je fretje goed beschermd blijft.

Volwassen fret

Fretten ouder dan 3 maanden die nooit eerder geënt zijn, krijgen ook de 1ste inenting met na ongeveer 3 weken de booster. Daarna de booster ook weer elk jaar herhalen.

Fretten die gevonden zijn en waar men dus niet zeker van is dat ze geënt zijn, kunnen het best gewoon ingeënt worden, want teveel enten (mits de juiste entstof wordt gebruikt) is namelijk minder schadelijk dan niet enten.

Bron: Dierenkliniek Brouwhuis http://www.frettenkliniek.nl, met dank aan Hanneke Moorman

 

Oormijt bij fretjes

Fretten hebben snel last van deze plaag. Oormijt zijn kleine beestjes die zich met grote getale in de gehoorgang van de fret nestelen. Bestrijden is noodzakelijk, de fret heeft er last van en de mijten zouden het trommelvlies kunnen beschadigen waardoor een middenoor ontsteking ontstaat. Een infectie kan lange tijd aanwezig zijn zonder dat er zich problemen voordoen, behandeling blijft echter noodzakelijk. Oormijt herken je aan de met bruin smeersel vervuilde oortjes. Oormijt is besmettelijk, behandel al de in huis aanwezige fretten, en maak de kooi nog eens extra goed schoon. Bij de dierenarts zijn middeltjes te verkrijgen tegen oormijt, en onder de microscoop kan de dierenarts ook vaststellen dat het om oormijt gaat. ook andere dieren hebben last van de mijt, daarom zijn er verschillende merken in de handel. Deze middelen variëren ook in sterkte, een frettenoor is kwetsbaarder dan die van andere dieren zoals de hond of kat. Het zou dus kunnen dat die middelen het oor te veel irriteren waardoor het beschadigd raakt. Een veilig middel is Otiderm zalf, een ander veilig product is oormijtsuspensie van Moorman. Dit laatste is een vloeibaar product. Controleer de fret regelmatig op oormijt, er ontkomt vrijwel geen fret aan. Vroeg of laat krijgen ze het allemaal, en ook hier geld, hoe sneller je er bij bent hoe sneller de behandeling van start kan gaan.

middenoorontsteking
Een middenoorontsteking maak de fret erg ziek. Hij heeft koorts en loopt met een scheve kop. De behandeling bestaat uit het spoelen van de oortjes, dit gebeurt onder narcose en dient door een betrouwbare dierenarts uitgevoerd te worden.

 

BEESTJES oormijt-door-een-kijker.jpg

 

Vlooien 

Vlooien zijn een echte nachtmerrie voor iedereen met huisdieren, ook fretten blijven er niet van gespaard.
Bij een fret is het moeilijk te zien of hij vlooien heeft, want hij krabt zichzelf zowiezo al vaak.
Vooral wanneer de hangmatten niet vaak genoeg ververst worden, dan zal het fretje meer gaan krabben aangezien hij zijn huidvet niet meer kwijt kan aan het matje. Wanneer hij meerdere keren per uur begint te krabben of als je merkt dat er wondjes zijn van het krabben, dan is de kans groot dat jouw deugniet met vlooien heeft te maken. Dit kan je zelf thuis ook testen
een wit blad papier, je fret erboven en wrijf stevig over zijn rug.
Indien er zwarte puntjes op het papier liggen, neem je een glas water en laat je een druppel op één van de zwarte puntjes vallen.
Wrijf die dan open op het blad. Wordt het rood, dan zit je inderdaad met vlooien.
De vlooien zuigen bloed bij de fret en de zwarte puntjes zijn de uitwerpselen van de vlo, wordt het rood dan is het bloed.Wat kan je hier tegen doen ? Best ga je even langs bij je dierenarts. Hij zal dan waarschijnlijk Frontline of Stronghold voorschrijven.
Frontline is een soort spuitbus, Stronghold daarentegen breng je met een pipetje aan in de nek van de fret.
De leefruimte van de fret kan je best ook onder handen nemen. De slaapdekentje en hangmatjes uitwassen (bij voorkeur in de kookwas) en de kooi en frettentoiletten dien je te ontsmetten met dettol.

Oormijt
Dit zijn kleine beestjes die zich huisvesten in de oren van de fret.
Dit kan je zien aan de zwarte oorsmeer dat uit hun oren komt.
Oormijt laat je best niet te lang aanslepen, de fretten hebben er veel last van en als je er niet op tijd bij bent kan het al geëscaleerd zijn en heeft de oormijt reeds gangen gegraven in de gehoortunnel.
Hierdoor kan het evenwichtsorgaan van de fret aangetast worden waardoor de fret enkel nog in staat is om in rondjes te lopen.

 

Wat kan je hier tegen doen ?
Een dierenarts schrijft meestal een zalfje voor dat gedurende een aantal dagen moet aangebracht worden in de oren.
Ofwel kiest hij voor een middeltje om in de nek te doen.

 

Ringworm.
Dit is eigenlijk geen beestje, maar een schimmel. Hij zorgt net zoals de oormijt en vlo voor hevige jeuk.
Het enige verschil is dat ringworm ook voor een rode uitslag zorgt.
Deze schimmel wordt heel gemakkelijk doorgegeven aan andere dieren en aan de mens.
Dus wees voorzichtig met het behandelen van een met ringworm geïnfecteerde fret. Hiervoor schrijft de dierenarts meestal orale (via de mond) medicatie voor.


 

De Teek
De in onze streken meest voorkomende teek is de Ixodes ricinus, die we gewoonlijk de 'drie-gastherenteek' noemen omdat ze drie gastheren nodig heeft om haar levenscyclus te voltooien.
In tegenstelling tot de vlo leeft de teek buiten, meer in het bijzonder in bosrijke zones en hoog grasland.

Een vrouwelijke volwassen teek zuigt bloed, laat zich op de grond vallen en legt eieren. uit deze eieren komen zespotige larven die een gastheer zoeken om zich aan vast te hechten en bloed op te zuigen. In dat stadium is een muis, konijn of een fret perfect geschikt Zodra de larven zijn verzadigd laten ze zich op de grond vallen en begint een rustperiode.
Na deze rustperiode transformeert de zespotige larve zich in een achtpotige nimf die op haar beurt nood heeft aan bloed
om tot een volwassen teek uit te groeien.
De nimf zoekt dan een tweede prooi!!
Wanneer ze bloed heeft opgezogen laat de nimf zich eveneens op de grond vallen om na drie tot vijf maanden een volwassen
teek te worden.

De volwassen teek heeft dan weer een prooi nodig om bloed te zuigen en eieren te leggen. Ze hecht zich vaak vast aan grotere dieren zoals honden, maar soms ook aan mensen. De cirkel is rond ...
Teken zijn vooral actief in de lente en de herfst. In die seizonen is het erg vochtig, wat belangrijk is voor teken.
De heel kleine larven en nimfen die vooral in de lente actief zijn vallen niet altijd op. De grotere volwassen teken worden beter opgemerkt en voornamelijk op het einde van de zomer en in de herfst.

 

Risico voor de fret.

 

Teken kunnen als nimf of als volwassen teek verscheidene ziekten op uw fret overdragen, zoals borreliose, rickettsiose en ehrlichiose.
De bekendste van deze aandoeningen is borreliose of de ziekte van Lyme.
Ongeveer 40% van de teken in onze streken zijn met deze ziekte besmet. Bij onze huisdieren gaat de ziekte gepaard met koorts, gebrek aan eetlust, gezwollen klieren en stijve gewrichten. De infectie treedt op ongeveer 12 tot 48 uur nadat de teek zich aan het dier heeft vastgehecht. Het is dus belangrijk de teek zo vlug mogelijk te doden voor ze de gelegenheid krijgt de ziekte door te geven

 

        

Maak jouw eigen website met JouwWeb